Waarom ik fictie lees en schrijf

Ze zeggen dat er twee soorten schrijvers zijn: zij die al vanaf hun zesde verwoed lezen en zij die zich eraan ontworstelen tot hun twintiger jaren. De eerste schrijft met de inspiratie uit honderden boeken, gepolijst en verfijnd, de tweede met het eigen leven als smidsvuur, met ruwe pen, en beide mogen er wezen.

Ik behoor tot de tweede groep.

Mijn moeder is zo’n gretige lezer dat ik de muurkleuren niet ken van het Haagse huis waarin ik opgroeide, want vrijwel alle verf rustte achter dubbele rijen boeken. Ook haar vader, met wie ik een goede band had, was een verwoed lezer, zodat alle huizen waarin ik in mijn jeugd geregeld kwam, meer boeken hadden dan ik ooit in een leven dacht te kunnen lezen.

En toch had ik mijn jeugd lang een hekel aan lezen. Zolang het mocht, deed ik het nauwelijks, en toen het moest, bedroog ik de leraren die mij examineerden, met bluf, samenvattingen en wat levenswijsheid. Meestal hadden zij me tijdens het examen door, meestal streken ze met de hand over hun hart, spoorden mij aan nu echt te gaan lezen, wat ik beloofde maar toch nooit deed.

Ik vond het gewoon zo saai. Het was pas rond mijn eindexamen dat ik, dankzij de juiste docent op het juiste moment, gegrepen werd door de magie van het leven van andermans leven, want dat is wat romans voor mij doen.

De boeken die mij het meest raken, die mij naar adem doen happen, zodat wie de woonkamer, het parkbankje, de treincoupé met mij deelt, opkijkt, dat zijn de boeken die andermans leven met zoveel zintuiglijkheid vertellen dat ik mijzelf vergeet, dat ik hun leven leef alsof het het mijne is, dat ik de wind die hun pen beschrijft tegen de huid van mijn geest voel, dat ik hun pijn in mijn eigen borstkas voel, hun rouw bij het verlies van hun vrienden, hun zelfvertrouwen, hun naïviteit.

Een deel van de magie van lezen komt voort uit het herkennen van jezelf in de ander, als in een spiegel. Je leest een verhaal over jezelf, niet zozeer over de ander, die alleen de drager van dat eigene is.

Een ander deel van de magie komt voort uit het herkennen van de ander in jezelf, uit gelijkenis, verbondenheid, het universele karakter van ons individuele bestaan. ‘Ik worstel daar ook mee’, wil je zeggen, ‘je bent niet alleen, lief karakter.’ Dat aspect is het luisteren naar andermans woorden, ‘wat erg voor je’, zeg je. ‘Dank je’, zegt het karakter.

Maar de magie kent een derde aspect: het leven van een niet-geleefd leven,  het verkennen van een vreemde ziel, het ervaren van wat jij nooit kende, waar jij nooit verkeerde, zoals je graag op reis gaat naar waar je nog nooit was, om te kijken hoe men daar dan leeft, hoe de bossen geel kleuren, het eten smaakt, de taal klinkt.

En was je er in de herfst, dan keer je terug in de lente, om de kersenbloesems te zien dwarrelen, om te zien hoe de tijd het karakter van het straatleven verandert. Een stad die je kent kun je toch steeds beter doorgronden, zoals je steeds dieper graaft in het wezen van je geliefde door meer te vragen, beter te luisteren, en met elk woord ken je dat gekoesterde mens beter.

En dat aspect van lezen en schrijven is voor mij de ware magie: het leven van andermans leven, geen variant op je eigen leven, maar een onbekend leven, en als de schrijver het verhaal vertelt met veel zintuiglijke details in plaats van zakelijke feiten, dan kan het verhaal mijn hart en geest ontwrichten.

Zo las ik Paarden stelen, een Noors boek over (spoiler) een jongen die het contact met zijn vader verliest, niet door de dood, zoals ik zelf, maar doordat de vader een nieuw gezin vindt en het oude achterlaat. ‘Het kan dus erger dan halfwees zijn’, dacht ik tijdens het lezen over dat niet-geleefde leven.

Zo las ik Een klein leven, een Amerikaans boek over (spoiler) een jongen wiens vertrouwen in de mensen van wie hij afhankelijk is zo ernstig geschaad wordt, dat hij later van niemand nog afhankelijk wil zijn. ‘Wat een geluk’, dacht ik, ‘dat mijn ouders mijn geboorte wensten, mij zo liefhebben.’

Zo las ik Het ijzig hart, een Spaans boek, gedeeltelijk over (spoiler) mensen wier politieke opvattingen onverenigbaar zijn met die van hun familieleden, zodat zij in andere kamers, andere landen, andere werelden leven. Tegenwoordig is die ervaring bij velen bekend, maar toen ik het boek las, dacht ik slechts: ‘Wat een geluk dat ik mij vrij kan uiten, zonder te vrezen voor verruwing, verstoting, verachting door wie mij dierbaar is.’

Over hun levens te lezen verrijkte mijn eigen leven, en na een paar jaar wilde ik het zelf proberen: een mens verzinnen, een wereld verzinnen, een leven verzinnen, niet een versie van mijn eigen leven, maar juist een nieuw leven, nog niet door mijzelf doorstaan.

Ik begon zomaar ergens, met een huis in een bos, een familie die erin woonde, een intrige die hun leven ontwrichtte, avond na avond bracht ik met hen door, zinnen, beelden, scènes verzinnen, uitbreiden, overschrijven door nieuwe, en dat ging jaren en jaren zo door, zodat het verhaal waaraan ik zes jaar geleden begon nu niet meer bestaat, hoewel de karakters dezelfde namen dragen, alsof het een schip was dat de oceaan overstak terwijl elke plank, elke moer, elk reepje katoen onderweg vervangen werden, zodat het schip hetzelfde was en toch een compleet nieuw schip.

Uiteindelijk rondde ik het boek af. Afronden betekent niet dat ik er geen woorden meer aan zou veranderen, integendeel, ik heb mijn boek tot nu toe zeker drie keer afgerond. Afronden betekent dat het verhaal af genoeg is om de ogen van een buitenstaander te verdragen. De eerste keer de ogen van een dierbare proeflezer, de tweede keer die van uitgevers (die nog niet hapten), en nu de jouwe, lieve lezer, op deze website.

Drie pijnen is een psychologische roman, over emotionele pijn, over hoe het je leven verrijkt als je een verlies begraaft, of juist schoudert. Dit thema boeit mij mijn leven lang, zelf de vroege drager van de pijn van verlies, nadat mijn vader voor mijn jonge oogjes stierf. Zo raakt zelfs het verkennen van een niet-geleefd leven nog aan je eigen geschiedenis.

Ik ben ervan overtuigd dat dit manuscript zijn weg zal vinden naar een uitgever die er schoonheid en potentie in ziet. In de tijd die kome, zal ik boeken schrijven over wat met mij resoneert in het leven: niet-geleefde levens, met veel zintuiglijkheid en warmbloedigheid verteld, maar ook interessante figuren in ons maatschappelijk leven, krachtige momenten in onze geschiedenis, maatschappelijke vraagstukken, krachtige episodes uit individuele levens die ons tonen hoe te leven, en reisverhalen.

Naast Drie pijnen werk ik aan drie andere boeken: één roman, één episode uit mijn familiegeschiedenis, één bundel reisverhalen.

Ben je uitgever of agent, zoek dan alsjeblieft contact. Ik ontmoet je graag voor een goed gesprek met koffie, en kan het volledige manuscript van Drie pijnen en de synopsis delen.

Ben je lezer, schrijf me dan alsjeblieft ook. Het zou me absoluut deugd doen om te horen welke gedachtes en gevoelens mijn schrijven in je opriep. Elke mail krijgt antwoord.

En als wat ik schreef je beviel, voel je dan vrij deze website naar wie dan ook door te sturen. Het lijkt een simpele daad, gewoon een link delen, maar voor deze nieuweling betekent het veel. Elk doorsturen van deze website vergroot de kans op publicatie. Ik waardeer het zeer!